Brabant sinds 2017 op weg naar versnelde uitstoot vermindering
Het PAS gold in heel Nederland, ook in Brabant. In 2017 bleek dat Brabant op termijn op slot zou komen te staan als het terugdringen van uitstoot niet versneld zou worden. Daar zou elke economische sector in Brabant last van krijgen. De VVD Brabant vond en vindt dat iedereen, in elke sector, moet kunnen ontwikkelen. Dat geldt voor boeren, bouwers en alle andere bedrijven. Maar die ontwikkelruimte zou er alleen blijven als er snel minder uitstoot zou komen.
In juli 2017 besloten Provinciale Staten daarom dat bepaalde veehouderijen sneller voor minder uitstoot moeten gaan zorgen dan oorspronkelijk was afgesproken. Dat zijn bijvoorbeeld veehouderijen die een wat ouder stalsysteem in gebruik hebben. Daarbij is ook besloten dat de veehouderijen waar het om gaat, tot 1 januari 2020 de tijd kregen om een nieuwe vergunningaanvraag in te dienen. Vanwege een probleem met het systeem dat stikstofuitstoot berekent (Aerius), is de datum van 1 januari 2020 verschoven naar 1 april 2020.
VVD Brabant is in 2017 niet zonder meer akkoord gegaan met de voorstellen. We hebben bijvoorbeeld nadrukkelijk aangegeven dat iedereen die op bedrijfsniveau aan de eisen voldeed in 2017, maar niet op stalniveau, de ruimte moet krijgen om wel te gaan voldoen, zonder dat de bedrijfsvoering in gevaar komt.
Nieuwe data in het Brabantse bestuursakkoord
Bij het maken van het nieuwe bestuursakkoord in 2019 is door de vijf coalitiepartijen (VVD, CDA, D66, PvdA en GroenLinks) gekeken of de datums uit 2017 nog haalbaar en realistisch waren. Er zijn toen in goed overleg uitzonderingen afgesproken voor bepaalde categorieën veehouderijen, zoals vleeskalveren, vlees- en fokstieren en geiten. Deze vergunningaanvragen moeten niet op 1 april, maar bijvoorbeeld 1 oktober 2020 of 1 januari 2021 worden ingediend. Daarnaast is voor stoppende ondernemers een ruime afbouwtermijn opgenomen, die onder voorwaarden eind 2024 kan liggen. De coalitie is het hier met elkaar over eens.
Al deze nieuwe datums moesten vervolgens juridisch nog ergens vastgelegd worden. Ze zijn met het besluit van Provinciale Staten op 25 oktober juridisch vastgelegd in de interim omgevingsverordening.Tijdens de vergadering heeft de VVD Brabant aandacht gevraagd voor de grote groep innovatieve veehouders, die niet uit de voeten kan met de systemen die nu op de markt zijn. Deze groep moet tijd en ruimte krijgen om nieuwe slimme systemen in hun stallen te gaan gebruiken. Dat was niet geregeld in de interim omgevingsverordening. De VVD Brabant heeft daarom een amendement ingediend. Innovatieve ondernemers hoeven daardoor voor 1 april 2020 alleen aan te geven dat ze met een nieuw systeem aan de slag willen. Als dat systeem een voorlopige toelating heeft (voorlopige Rav-code), kan de ondernemer zijn vergunning aanvragen. Gedeputeerde Staten geven de ondernemer toestemming om later dan 2022 klaar te zijn met de bouw, als die ondernemer aantoonbaar bezig is met het realiseren van het innovatieve systeem.
Via een motie heeft de VVD Brabant om versnelling van de procedure rond de Rav-code gevraagd. Ook vraagt de motie om de provinciale subsidies voor het ontwikkelen van innovatieve systemen langer open te stellen. Op 25 oktober is er door Provinciale Staten ook gesproken over de beleidsregels Aanpak stikstof van 8 oktober 2019. Deze beleidsregels zijn op 8 oktober in alle provincies vastgesteld en in sommige provincies inmiddels weer (deels) ingetrokken.
De beleidsregels zorgen er voor dat er weer wat vergunningen verleend kunnen worden. Zonder de beleidsregel kan helemaal niemand in Noord-Brabant ontwikkelen. De beleidsregels dwingen overigens niemand om met zijn bedrijf te stoppen. De regel zegt hoeveel stikstofruimte hergebruikt mag worden.
Bovendien gaan de regels niet alleen over de veehouderij. De regels gaan over iedereen die wil ontwikkelen. Zonder de regels zou Brabant voorlopig dus op slot blijven staan. In het belang van onze Brabantse inwoners heeft de VVD Brabant daarom tegen het voorstel gestemd om de beleidsregel per direct weer af te schaffen. We hebben in plaats daarvan gevraagd om in december alle landelijke en provinciale regels ineens te kunnen bekijken. Dan kunnen we goed beoordelen welke regels nodig zijn om weer veel ontwikkeling in Brabant mogelijk te maken.
Na 1 december nieuwe besluiten
In mei 2019 deed de rechter een uitspraak. Daarna heeft de commissie Remkes advies aan de minister uitgebracht. De beleidsregels zijn een tussenstap, om de vergunningverlening weer op gang te brengen. Maar we zijn er nog lang niet. De minister en de provincies overleggen met elkaar de komende weken hoe het verder moet. Het overleg moet voor 1 december afgerond zijn. De VVD Brabant heeft samen met CDA, D66, Groen Links en PvdA een motie ingediend om snel na 1 december het totale Brabantse plaatje te kunnen bespreken.
De voorstellen van het kabinet en de provincie leggen we dan naast andere bestaande regels. Zo wordt duidelijk wat dat totale plaatje voor iedereen betekent. De VVD Brabant vindt dat dan pas besloten kan worden of dat plaatje realistisch en haalbaar is. We kiezen in dit geval voor kwaliteit en zorgvuldigheid van de besluiten, niet voor snelheid.
Voor de VVD Brabant staat voorop dat onze Brabanders die willen ontwikkelen dit ook moeten kunnen doen. We zoeken door middel van maatwerk naar gebiedsgerichte oplossingen voor alle inwoners en alle ondernemers. Hiervoor zullen we soms ook maatregelen moeten nemen waar niet iedereen op zit te wachten. Maar we doen het met de belangen van iedere Brabander in het achterhoofd.
De komende weken, maanden en jaren zullen we keihard blijven werken aan de kwaliteit van Brabant. Voor onze jongeren die een woning zoeken, de ondernemer die voor werkgelegenheid zorgt en de boeren die elke dag zorgen dat er voldoende eten is voor de 2,5 miljoen inwoners van onze provincie.